De laatste schoolsluiting vanwege corona is bijna een jaar geleden, maar leerlingen op de basisschool lopen steeds verder achter. Dat blijkt uit nieuwe analyses van het Nationaal Cohortonderzoek Onderwijs (NCO) die donderdagmiddag zijn gepubliceerd.
Bij de laatste meting in mei van dit jaar was de gemiddelde leervertraging nog tien tot twaalf weken, nu is het vijftien weken op een schooljaar. Bij begrijpend lezen is de schade ingehaald, maar bij rekenen en spelling lopen de vertragingen steeds verder op. „Het probleem wordt groter in plaats van kleiner”, concludeert Carla Haelermans, onderzoeksleider van het NCO en hoogleraar onderwijseconomie aan de Universiteit Maastricht. „Zorgelijk.”
Het NCO vergelijkt elk half jaar de prestaties van basisscholieren. Voor dit vijfde onderzoek zijn toetsresultaten van 2.400 basisscholen, ruim een derde van het totaal, vergeleken met eerdere resultaten.
Vijftien weken leervertraging: dat betekent dat leerlingen gemiddeld ruim een derde schooljaar vertraging hebben opgelopen.
„Ja, dat is enorm. Een jaar geleden leek de vertraging juist af te nemen, nu zien we het stijgen. Bovendien: vijftien weken is het gemiddelde. De vertraging is groter bij leerlingen van hoger opgeleide ouders. Dat zagen we een half jaar geleden voor het eerst, en die trend zet door. Opvallend, want in het begin van de pandemie waren het juist de kinderen van lager opgeleide ouders die het meest last hadden van de schoolsluitingen.”
Lees het hele artikel Onderzoek wijst uit: de leervertraging door de schoolsluitingen loopt op - NRC